MILIEU:

Bron: http://www.bvb-bioenergy.nl/

Ons energieverbruik is niet duurzaam. De uitstoot van stoffen door het  gebruik van fossiele brandstoffen draagt bij aan klimaatverandering en andere milieuproblemen.
Bovendien is Nederland afhankelijk van een klein aantal landen voor haar olie en gas. Deze afhankelijkheid maakt ons kwetsbaar. Daarom richt het Ministerie van Economische Zaken zich op de bevordering van het gebruik van duurzame energie.
De duurzame energie staat in het Nederlandse beleid voor elektriciteit, warmte of brandstof uit hernieuwbare bronnen. Bij de opwekking van duurzame energie komt geen extra kooldioxide (CO2) in de atmosfeer. Het beleid is gericht op het vergroten van het aandeel duurzame energie in onze gehele energievoorziening.
De Nederlandse doelstelling is dat in 2010 vijf procent van de totale energie productie duurzaam is. In 2020 moet dat verdubbeld zijn naar tien procent.

In tegenstelling tot zonne-energie, waterkracht of windenergie, komt bij het verbranden van hout (biomassa) het broeikasgas CO2 vrij. Deze CO2 is echter maar kort geleden onttrokken aan de atmosfeer toen het door het plantaardig materiaal is gebruikt als voedingsstof. Bovendien zou dezelfde hoeveelheid vrijkomen wanneer de boom door het rottingsproces in humus wordt omgezet.

Er ontstaat dus een CO2 kringloop waardoor het gebruik van biomassa geen extra CO2 in de atmosfeer brengt. Netto is er dus geen CO2 bijgekomen, om die reden beschouwt de overheid biomassa als een duurzame energiebron.  Hout is dus een klimaatneutrale brandstof
Tevens is dit een van de grootste verschillen ten opzichte van gebruik van fossiele brandstoffen. De CO2 die bij de verbranding van deze brandstoffen vrijkomt, is al miljoenen jaren geleden onttrokken aan de kringloop in de wereld en maakt dus deel  uit van de uitstoot die het huidige klimaatprobleem veroorzaakt.

 

 

Wat is CO2?     Bron : http://www.bvb-bioenergy.nl/

 

CO2, ofwel kooldioxide of koolstofdioxide, is een kleur- en rookloos gas dat van nature in de lucht voorkomt. Koolstofdioxide wordt ook wel koolzuurgas genoemd. CO2 maakt deel uit van een natuurlijke kringloop. Zolang deze kringloop in evenwicht is, is er letterlijk geen vuiltje aan de lucht.
Het overschot aan CO2 ontstaat door verbranding van fossiele brandstoffen zoals olie, gas en kolen. Wanneer deze brandstoffen verbranden, dan ontstaat samen met de zuurstof uit de lucht CO2. Dat gebeurt in huis bijvoorbeeld in de verwarmingsketel, in auto
's en vliegtuigen, maar ook in de industrie en energiecentrales die elektriciteit opwekken.
De atmosfeer van de aarde bevat tegenwoordig ongeveer 377 ppm CO2 (2004). Deze concentratie neemt jaarlijks toe, vooral door ontbossing en het grootschalige gebruik van fossiele brandstoffen.
Uit luchtbelletjes opgesloten in de ijskap van Antarctica weten we dat deze concentratie voor de industriële revolutie ongeveer 280 ppm was. Gesteld wordt dat deze stijging komt door toedoen van de mens, ruwweg in de verhouding 75% door verbranding van fossiele brandstoffen, en 25% door massale ontbossing en erosie.

 
CO2  wordt gebruikt door bomen en planten in het proces van fotosynthese. Door de bladgroenwerking wordt de koolstof (C) opgenomen en in andere verbinden (vooral koolhydraten) ingebouwd, terwijl de zuurstof (O2) weer terug in de lucht wordt afgegeven. In kassen wordt het gas als een soort bemesting van de planten gebruikt: bij aanwezigheid van meer CO2 groeien veel planten wat sneller.
Mensen en dieren doen het omgekeerde van wat planten doen. Zij ademen zuurstof in en CO2 uit, die bij de verbranding van energiehoudende voedingsstoffen (vetten en koolhydraten) in het lichaam vrijkomt.


CO2 draagt nog op een andere manier bij tot het leven op aarde. Alles wat leeft, heeft warmte nodig om te kunnen bestaan, CO2 zorgt voor die warmte. CO2 hoopt zich namelijk, samen met andere gassen, op in de atmosfeer. Omdat CO2 infrarode straling absorbeert kan het de uitstraling van warmte verminderen. Deze gaslaag in de atmosfeer (te vergelijken met een deken) zorgt er dus voor dat de aarde niet teveel warmte afstraalt aan het heelal. Door dit natuurlijke broeikaseffect is het op aarde niet 18 ºC onder nul, maar gemiddeld 15 ºC, warm genoeg voor leven op aarde.

 

Het centrale probleem is dat er teveel CO2 is en dat er steeds meer bij komt. Dit merken we amper, want we kunnen het niet ruiken en niet zien. De atmosfeer wordt hierdoor warmer wat zou kunnen leiden tot een klimaat verandering. CO2 draagt wereldwijd voor meer dan de helft bij aan het versterkt broeikaseffect. In Nederland zijn vooral de industrie, de energiesector, het verkeer en de huishoudens verantwoordelijk voor de CO2-uitstoot.
Of er inderdaad gevolgen zijn voor het klimaat en dat er door toedoen van de mens zich een verschuiving aan het voltrekken is, is onderwerp van een stevige discussies tussen aanhangers en critici van deze theorie. Het Nederlandse KNMI ging per 1 januari 2004 mee met de klimaatsveranderingstheorie, ondanks zijn terughoudendheid op dit punt.
Critici stellen dat de invloed van de zon(neactiviteit) op het weer (en het klimaat) vele malen groter is dan die van de mens. Ook wijzen zij er op dat in het voorbijgegane eeuwen er vaker perioden van warmere en koudere weersgesteldheden zijn geweest. Een en ander zou kunnen blijken uit de vele wintertaferelen die schilders in een bepaalde periode van de Middeleeuwen, de
'kleine ijstijd' hebben vervaardigd.

HOME

 

 

Bezoek direct pelletkachel.org